Sinds 1994 zijn de wettelijke regels over de alimentatieplicht van ex-echtgenoten veranderd.Volgens die ’Wet limitering alimentatie’ duurt een alimentatieplicht tussen ex-echtgenoten die op of ná 1 juli 1994 samen is afgesproken of door de rechter is vastgesteld, in principe twaalf jaar. Deze regels gelden ook als een geregistreerd partnerschap door de rechter beëindigd wordt. De verplichting van ouders en kinderen houdt in dat ouders voor
hun kinderen moeten zorgen tot zij 21 jaar zijn.Voor kinderen beneden de 18 jaar moeten ouders de kosten van verzorging en opvoeding betalen. Voor kinderen van 18, 19 en 20 jaar komen de kosten van levensonderhoud en studie voor rekening van de ouders. Dit geldt in grote lijnen ook voor de partner van de ouder die zelf niet de ouder is van het kind en die samen met de ouder het gezag over het kind uitoefent.Voor een kind van 21 jaar of ouder hebben ouders alleen een financiële verplichting als het kind behoeftig is en daardoor niet voor zichzelf kan zorgen. Bijvoorbeeld als het kind geestelijk en/of lichamelijk is gehandicapt. Een zelfde financiële verplichting hebben kinderen voor hun ouders als hun ouders behoeftig zijn.
Periodieke aanpassing van alimentatiebedragen
Elk jaar wijzigen de lonen. Daarom worden ook jaarlijks de alimentatiebedragen aangepast. De minister van Justitie stelt elk jaar in november daarvoor een percentage vast. Dit percentage wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Met dit percentage wijzigen automatisch alle vastgestelde alimentatiebedragen op 1 januari van het jaar daarop (indexering).
U hoeft daarvoor niet naar de rechter en u hoeft er ook geen speciale afspraken over te maken.
Voor de vaststelling van het percentage wordt gekeken naar het loonindexcijfer, dat elk jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt berekend.
Bij de berekening van het loonindexcijfer kijkt men naar de salarisontwikkeling bij het bedrijfsleven en de overheid en de ontwikkeling van salarissen in andere sectoren.
Uitzonderingen op de indexering
Op die automatische aanpassing van alimentaties is een aantal uitzonderingen.
1. Alle alimentaties die vóór 1 januari 1973 al afhankelijk zijn gesteld van het peil van het inkomen, de lonen of prijzen, doen niet mee met de automatische aanpassing. Voor deze alimentaties geldt, wat indertijd door de rechter is vastgesteld, of wat onderling is afgesproken.
2. U kunt samen afspreken dat de wettelijke indexering wordt uitgesloten.
Dit moet schriftelijk worden vastgelegd. U kunt ook de rechter vragen de indexering uit te sluiten. Dit kan wenselijk zijn als alimentatieplichtige een vast inkomen heeft, dat niet meegaat met het loon- en prijspeil.
3. Verder kunt u de indexering, bij overeenkomst of via de rechter, uitsluiten voor een bepaalde periode, bijvoorbeeld voor een jaar. Een reden hiervoor kan zijn, dat de alimentatie aan het eind van een jaar wordt vastgesteld en de alimentatieplichtige niet op korte termijn een loonsverhoging krijgt.
4.Tenslotte kunt u kiezen voor een andere vorm van automatische aanpassing, die dan in een overeenkomst wordt vastgelegd of aan de rechter wordt gevraagd. U kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor een koppeling aan de loonontwikkeling van de degene die moet betalen. Bij zo’n andere regeling van automatische aanpassing moeten beide partijen elkaar op de hoogte houden van wijzigingen die van belang zijn. Bijvoorbeeld inkomenswijzigingen.
U kunt daar samen een informatieregeling voor vaststellen. Als de rechter zo’n aanpassing op maat geeft, kan hij of zij ook vaststellen wanneer er informatie voor de aanpassing moet worden gegeven. De informatieregeling is bijvoorbeeld van belang voor het LBIO. Het LBIO moet weten wanneer de kinderalimentaties wijzigen die door hen worden geïnd.
Notabene Als uw ex-partner en u hebben afgesproken dat de wettelijke indexering (tijdelijk) niet voor uw situatie geldt, kunt u altijd aan de rechter vragen om de uitsluiting van de wettelijke indexering ongedaan te maken.