Indien jullie indertijd in gemeenschap van goederen zijn getrouwd dan worden jullie bezittingen en schulden gedeeld. Ieder krijgt 50% hiervan. Dus ook van de hypotheekschulden krijgen jullie ieder de helft.
Jullie hoefden natuurlijk niet de vof op te heffen bij een scheiding. Dan waren jullie, gesteld dat het betreffende pand onder de vof was gebracht, samen verantwoordelijk voor de aflossing van de hypotheek gebleven en had je ook inkomsten behouden uit deze vof. Maar dat hebben jullie blijkbaar niet gedaan daarom hebben jullie beiden een hypotheekschuld van ieder 50%.
De bank zal waarschijnlijk eisen dat die onmiddelijk in zijn geheel wordt afgelost. Dus het pand zal dan verkocht moeten worden. Indien je ex in staat is om je uit te kopen voor de helft van de waarde van het pand en in staat is om zelf een nieuwe hypotheek op dat pand te vestigen dan zullen de zaken anders liggen.
Ik verwacht echter zoals in de meeste gevallen dat jullie het pand zullen moeten verkopen. Dat kan je het beste zo snel mogelijk zelf doen want anders doet de bank dat en bij zo'n gedwongen verkoop levert jullie pand aanzienlijk minder en op en blijven jullie nog met een restschuld aan de bank zitten.