Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Naar overzicht van alle forums

Voogdij naar de moeder

  • Peter237

    Dag allemaal

    Ik heb een vraag. Ik en mijn vrouw gaan scheiden. In welke gevallen kan de rechter beslissen dat de voogdij van onze dochter alleen aan de moeder (mijn ex dus) wordt toegekend. Hoe kan ik voorkomen dat dit gebeurt?

  • Anne-Mieke

    Bij een scheiding houden beide ouders automatisch het gezamenlijk ouderlijk gezag. Als u er in gezamenlijk overleg met uw ex niet uitkomt waar het kind na de scheiding gaat wonen, dan kan de rechter wél beslissen wie het verblijfadres van het kind krijgt toegewezen. De andere ouder heeft dan recht op een omgangsregeling en de plicht om alimentatie te betalen.

    Bij die beslissing is de ouder die het kind altijd de meeste tijd heeft verzorgt doorgaans in het voordeel. Werkt u b.v. hele dagen en uw ex niet (of parttime), dan zal de rechter het verblijfadres van het kind vrijwel zeker aan uw ex toewijzen. Vrijwillig (gedeeltelijk) ontslag nemen heeft geen zin. De rechter zal u dat zelfs aanrekenen bij het vaststellen van de alimentatie!

    Zelfs als beide ouders ongeveer even vaak werken, wordt het kind in veel gevallen nog steeds aan de moeder toegewezen. Wat dat betreft oordelen veel rechters helaas nog altijd erg traditioneel. Het ligt er in zo'n geval dus maar net aan welke rechter u treft, maar zeker óók hoe goed uw standpunten verdedigd worden. Wilt u in zo'n geval een kans maken, dan zullen er vooral standpunten naar voren gebracht moeten worden die in het belang van het kind zijn. De belangen van het kind wegen n.l. het zwaarst bij dergelijke zaken.

    Als de ouders al vóór de officiële scheiding uit elkaar gaan, dan is degene die het kind daarbij bij de andere ouder achterlaat óók weer in het nadeel bij de latere toewijzing van het verblijfadres. Als een van de ouders het gezin verlaat is dat n.l. al een erg ingrijpende gebeurtenis voor het kind. Moet het kind dan later ook nog eens van de ene naar de andere ouder verhuizen, dan is dat dus wéér een ingrijpende gebeurtenis en dus meestal tegen het belang van het kind.

    Verder kan co-ouderschap een optie zijn. Co-ouderschap komt als begrip niet voor in de wet en is dus wettelijk gezien alleen een uitgebreide vorm van de omgangsregeling. Het officiële verblijfadres van het kind zal daarom ook weer bij één van de ouders moeten zijn, maar in de praktijk zorgen beide ouders in gelijke mate voor het kind. Het kind verblijft bij co-ouderschap dus ongeveer evenveel dagen bij elk van de ouders. Voorwaarden voor co-ouderschap zijn wel;

    dat beide ouders erachter moeten staan, ook de intentie moeten hebben om het te laten slagen en dat het praktisch gezien ook mogelijk moet zijn.

    Co-ouderschap is dus géén optie als een van de ouders daar niet aan mee wil werken, als beide ouders niet ‘door één deur kunnen’ en het ernaar uitziet dat goed onderling overleg niet mogelijk zal zijn, of als b.v. de ouders te ver weg van elkaar wonen.

    Dus:

    -Laat het kind in elk geval niet uit eigen beweging bij uw ex achter, want daarmee verspeelt u vrijwel zeker uw kans dat u het verblijfadres krijgt toegewezen.

    -Heeft u de mogelijkheid om zélf voor het kind te zorgen of kunt u b.v. goede opvang regelen voor de dagen dat u werkt, laat dan uw advocaat de rechter verzoeken om middels een ‘voorlopige voorziening’ het verblijfadres van het kind gedurende de echtscheidingsprocedure aan ú toe te wijzen. De moeder kan dat overigens óók doen! Zo'n voorlopige voorziening kan al binnen een paar weken geregeld zijn.

    -Probeer in elk geval altijd eerst in onderling overleg met uw ex een co-ouderschapsregeling of andere omgangsregeling af te spreken en laat die vervolgens door de rechter bekrachtigen. Een regeling die in onderling overleg tussen de ouders is afgesproken wordt doorgaans ongewijzigd door de rechter overgenomen.

    -Lukt dat niet en wordt het (al of niet voorlopige) verblijfadres aan de moeder toegewezen, eis dan in elk geval een zo uitgebreid mogelijke omgangsregeling met het kind. Ook dáárvoor kan de rechter alvast een ‘voorlopige voorziening’ treffen.

    -Een goed argument daarbij is dat het in het belang van het kind is om zo váák mogelijk omgang met u te hebben omdat alléén dan de meeste zekerheid bestaat dat zich een goede, sterke band kan ontwikkelen tussen het kind en u. Bij een beperkte omgangsregeling is de kans n.l. aanwezig dat die band zich minder goed ontwikkelt of dat het kind soms zelfs van u vervreemt.

    -Een goede familierechtadvocaat die precies weet met welke argumenten de rechter overtuigd kan worden is dus aan te bevelen.

  • Anne-Mieke

    Ter aanvulling:

    Als uw dochter 12 jaar of ouder is, dan speelt ook háár eigen mening nog een rol. Als beide ouders n.l. niet tot overeenstemming kunnen komen over het verblijfadres van het kind of over de omgangsregeling, dan wordt een kind vanaf die leeftijd n.l. óók gehoord door de rechter en weegt de eigen mening van het kind mee bij de beslissing die de rechter zal nemen. Hoe zwaar de eigen mening van het kind dan meetelt is een beetje afhankelijk van in hoeverre het kind in staat is de zaken goed te overzien en in hoeverre het de eigen mening goed kan duidelijk maken aan de rechter. De eigen mening van een 17-jarige zal dus eerder doorslaggevend zijn voor de besissing van de rechter dan die van een 12-jarige.